paroles de chanson Uit Logeren - Kinderen Voor Kinderen

Mam en pap vertelden vrijdag,
wij gaan zaterdag op pad
En jij gaat uit logeren,
bij je tante in de stad

Dus ik mocht met de trein mee,
vanmorgen heel erg vroeg
Met een lange reis,
en nieuwe avonturen voor de boeg

Mijn tante kwam me halen,
ze stond op het perron
Waarna een lange slentertocht,
door de stad begon

We kochten dvd'tjes,
en mijn tante zei 't is feest
We kregen chocola,
en we aten toen Chinees

En toen de zon al onder was,
gingen wij naar tantes flat
Nog even televisie,
dan tandenpoetsen en naar bed

En nou lig ik hier te liggen,
er komt licht door het gordijn
Zou het in een stad,
nou nooit echt donker zijn?

En ineens hoor ik iets krijsen,
ik kijk door het raam op straat
Het is een grote tram,
die piepend door de bochten gaat

Ik hoor mensen en veel auto's,
en elke keer opnieuw die tram
Ga maar slapen zegt mijn tante,
je bent er heel snel aan gewend

Tja ik wou dat ik kon slapen,
want dan is het zo weer dag
Dat is mooi want dat betekent,
dat ik weer naar huis toe mag