paroles de chanson Dromer - Henk Westbroek
Ik
weet
dat
ik
de
honderd
haal
En
dan
nog
fiets
met
losse
handen
Ik
ga
nog
steeds
de
goeie
kant
op
Poets
nog
al
mijn
eigen
tanden
Voor
mij
straks
geen
bejaardenhuis
Om
daar
op
zondag
vis
te
krijgen
In
een
afgemeten
portie
Om
maar
lang
in
vorm
te
blijven
Nee,
ik
zweer
dat
ik
de
honderd
haal
En
dan
nog
dans
met
mooie
vrouwen
Die
schatten
mij
nog
steeds
te
jong
Dus
ik
zit
vol
zelfvertrouwen
Voor
mij
straks
geen
verzorgingsflat
Om
daar
gesneden
fruit
te
krijgen
En
regelmatig
een
verschoning
Om
maar
lekker
schoon
te
blijven
Refr.:
Ik
ben
een
dromer
Kijk
door
een
gekleurde
bril
Ik
ben
een
van
de
velen
Met
mijn
eigen
ogen
Zie
ik
alles
wat
ik
wil
Ik
bouw
luchtkastelen
Maar
dat
kan
mij
niks
schelen
Want
ik
ben
een
dromer
Ik
blijf
een
dromer
Ja,
ik
vrees
dat
ik
de
honderd
haal
En
dan
nog
fluit
naar
mooie
meiden
Die
liever
iemand
jonger
hebben
Maar
nog
wel
zijn
te
verleiden
Nooit
naar
een
bejaardenflat
Zo
een
hok
waarin
geen
mensen
horen
Waar
geen
kinderen
meer
spelen
Waar
er
nooit
een
wordt
geboren
Refr.
Droom
maar
dat
ik
elke
nacht
Wakker
lig
van
jou
Droom
maar
dat
ik
morgenvroeg
Zeggen
kom
dat
ik
nog
van
je
hou
He,
ik
bouw
luchtkastelen
Maar
dat
kan
mij
niks
schelen
Want
ik
ben
een
dromer
Kijk
door
een
gekleurde
bril
Ik
ben
een
van
de
velen
Met
mijn
eigen
ogen
Zie
ik
alles
wat
ik
zien
wil
Zie
ik
alles
wat
ik
zien
wil
Ik
bouw
luchtkastelen
Maar
dat
kan
mij
niks
schelen
Want
ik
ben
een
dromer
Ik
blijf
een
dromer
Ik
blijf
een
dromer
Ik
blijf
een
dromer
Attention! N'hésitez pas à laisser des commentaires.