paroles de chanson De Reiziger - Laís
Toe
poorter
laat
er
mij
toch
in,
ik
heb
geen
geld
geen
haven
Mijn
vrouw
en
kinderen
zijn
dood,
ik
heb
ze
zelf
begraven
Ik
zie
de
torens
van
de
stad,
ze
dagen
in
het
oosten
Ik
wou
dat
ik
er
vrienden
had
die
mij
er
konden
troosten
Ik
ben
al
veertien
jaar
op
reis,
wil
mij
onderdak
geven
Een
stukje
brood
een
beker
wijn,
het
is
mij
om
het
even
Toe
poorter
laat
er
mij
toch
in,
ik
heb
geen
geld
geen
haven
Mijn
vrouw
en
kinderen
zijn
dood,
ik
heb
ze
zelf
begraven
Ik
loop
al
heel
mijn
leven
lang
door
bos
en
veld
en
heide
Ik
jaag
met
wolven
en
ik
slaap
aan
de
berin
haar
zijde
Dit
zoeken
duurt
al
veel
te
lang,
wil
mij
ervan
verlossen
Dus
kom
en
steek
mij
dood
mijn
vriend,
begraaf
mij
in
de
bossen
Toe
poorter
laat
er
mij
toch
in,
ik
heb
geen
geld
geen
haven
Mijn
vrouw
en
kinderen
zijn
dood,
ik
heb
ze
zelf
begraven
Ik
weet
niet
veel
ja
dat
is
waar
maar
'k
weet
wat
er
zal
komen
De
oorlog
naakt,
het
uur
is
daar
ja,
'k
zag
het
in
mijn
dromen
Ik
zag
het
branden
in
de
stad,
de
kerken
en
de
huizen
De
duivel
brandde
alles
plat,
de
mensen
en
de
muizen
Toe
poorter
laat
er
mij
toch
in,
ik
heb
geen
geld
geen
haven
Mijn
vrouw
en
kinderen
zijn
dood,
ik
heb
ze
zelf
begraven
Ik
zag
verwoesting
en
geweld,
de
grond
die
zag
ik
beven
Ik
heb
er
U
nu
van
verteld,
wil
mij
een
stuiver
geven
Attention! N'hésitez pas à laisser des commentaires.