Текст песни Debuut - Herman Van Veen

Van de tentamenlast bevrijd, had zij
Voor zaterdag een vriendje uitgenodigd
′T was avond, en op de tafel stond
De stevig dichtgekurkte wijn.
Maar zondagmorgen ving met regen aan;
En de logé sloop, een ervaring rijker,
Steels weg en nam de kleren van de spijker
Die losjes in het pleisterwerk bleef staan.
Ze pakte van 't bureautje bij de muur
Eeb beker, goot een restje thee naar binnen.
De woning sliep nog op dit vroege uur.
Ze lag in bad en voelde hoe in ′t midden
De bodem bladderde, en plotseling
Kroop toen de leegte, licht naar badschuim geurend,
Haar lichaam in door een opening,
Die na vannacht bekend was met de wereld.