Lyrics Man genaamd Marianne - Kommil Foo
Toen
ik
vier
was
ging
m'n
vader
weg.
Je
kan
zeggen
dat
is
brute
pech,
maar...
Dat
neem
ik
hem
niet
kwalijk
verre
van.
Er
is
een
ander
feit
dat
me
verteerd
Dat
me
woedend
maakt
en
me
frustreerd.
De
naam
die
hij
me
gaf
was
Marianne.
Hij
was
een
zwerver
en
een
dronkenlap.
Hij
dacht
waarschijnlijk
wat
een
goeie
grap,
Maar
ik.
ik
draag
er
de
gevolgen
van!
Elke
vrouw
giechelt,
dan
word
ik
rood
En
als
een
kerel
lacht
ik
sla
hem
dood.
'T
Is
lastig
leven
voor
een
man,
genaamd
Marianne.
Ik
groeide
op
voor
galg
en
rat.
Ik
trekte
rond
altijd
van
stad
tot
stad,
Uit
schaamte
voor
die
verdomde
naam.
Maar
ik
zweer
het
op
m'n
moeders
ziel,
Ik
zal
hem
vinden
die
zak,
die
imbeciel.
Hij
moet
doodt,
hij
die
me
dit
heeft
aangedaan.
En
op
een
god
vergeten
dag
In
een
god
vergeten
grijze
stad,
Zit
ik
in
een
kroeg
zomaar
zonder
plan.
De
deur
gaat
open,
ik
krijg
een
schok
Daar
staat
hij,
de
zak,
die
voor
hij
vertrok
dacht
Mijn
zoon
die
noem
ik
marianne
Ik
herkende
hem
die
gore
rat
Van
een
foto
die
mijn
moeder
had
Z'n
grijze
haar,
z'n
stijve
manke
poot
Hij
was
groot
en
sterk
z'n
blik
was
kil
Ik
keek
hem
aan
en
mijn
hart
stond
stil
En
ik
zei:
mijn
naam
is
marianne
En
gij
zijt
over
vijf
seconden
dood
Ik
haalde
uit
en
hij
ging
neer
Ik
trapte
en
schopte
hem
keer
op
keer
Maar
hij
krabbelde
recht
en
had
een
mes
paraat
Ik
knalde
een
stoel
kapot
op
zijn
hoofd
Hij
crashte
door
het
raam
half
verdoofd
En
we
duwden
mekaar
in
de
modder
midden
op
straat
Hij
was
snel
en
sneed
een
stuk
van
m'
n
oor
Maar
ik
sloeg
hem
en
sloeg
hem,
almaar
door
Hij
gromde
en
kwijlde
als
een
dolle
hond
Hij
trok
z'n
blaffer
maar
ik
was
eerst
Ik
hield
hem
onder
schot,
kalm,
beheerst
En
plots
speelde
een
glimlach,
om
z'n
mond
Hij
zei:
zoon,
het
leven
is
hard
en
ruw
En
wie
het
maken
wil
moet
sterk
zijn
en
sluw
En
ik
wist
dat
je
mij
moest
missen
onderweg
Dus
ik
gaf
je
die
naam
en
zei
vaarwel
'T
was
hard
en
wreed,
dat
besef
ik
wel
Maar
't
is
die
naam
die
je
kracht
gaf,
en
lef
Je
vocht
als
een
leeuw,
dat
meen
ik
echt
En,
je
haat
me
diep
en
da'
s
je
goeie
recht
En
als
je
me
wil
doden
ga
gerust
je
gang
Maar
bedank
me
eerst
voor
je
dat
doet
Voor
de
kloten
aan
je
lijf
en
de
pit
in
je
bloed
Want
ik
ben
de
gast
die
je
naam
gaf:
marianne
Ik
staarde
hem
aan
en
stamelde:
pa
En
hij
weende
ook,
of
toch
bijna
en
We
vlogen
elkaar
in
de
armen
als
één
man
We
zien
elkaar
nu
af
en
toe
Hij
steunt
me
als
ik
domme
dingen
doe
En
als
ik
zelf
ooit
een
zoon
heb,
dan
noem
ik
hem
Linda,
els
of
cindy,
alles
behalve
marianne
Attention! Feel free to leave feedback.