Lyrics Speer (Live) - Kommil Foo
Wat
duren
uren
lang,
als
je
eenzaam
en
alleen,
Door
het
leven
heenzeilt,
als
een
schip,
op
de
drift,
nergens
heen
Nergens
ben
ik
thuis,
nergens
wacht
er
mij
een
bron,
Een
bron
die
me
kan
laven,
Die
het
vuur
blust
van
de
pijn
die
ooit
begon
Als
een
splinter
in
m'n
ziel,
Die
al
m'n
hoop
heeft
omgebracht,
Zoals
een
bijl
met
botte
slagen
een
wig
drijft
in
je
hart
Maar
een
man
is
pas
een
man,
als
z'n
vuisten
zijn
gebald,
Als
hij
klaar
is
om
te
beuken,
te
beuken
op
de
muur
die
hem
omwalt...
Dus
een
boodschap
in
een
fles,
Een
strohalm
in
de
wind,
een
teken
voor
die
ware...
Waar
ter
wereld
zij
zich
ook
bevindt...
Ach
kom
toch
naar
me
toe,
toe
haast
je
hier
bij
mij,
We
gaan
samen
voor
het
leven,
voor
eeuwig
ik
en
jij...
Wat
duren
uren
lang,
als
je
wacht
en
keer
op
keer,
Hoopt
dat
ze
zal
komen,
maar
wanneer,
da's
de
vraag,
wanneer...
Mijn
god,
dit
kan
niet
zijn,
m'n
bede
werd
verhoord,
Is
daar
het
wezen
van
m'n
dromen,
de
vrouw
die
mij
bekoort...
Ze
staat
achter
de
deur,
ik
dank
de
hemel
die
haar
zond,
Dus
als
een
halfgod
doe
ik
open,
Ik
laat
de
tranen
lopen,
en
kus
haar
op
de
mond
De
melkboer
heeft
een
snor,
is
verbazend
zwaar
gespierd,
Z'n
ogen
bloeddoorlopen,
een
dikke
ader
die
z'n
stierennek
ontsiert
Om
en
bij
2 meter
hoog,
Onvoorstelbaar
zwaar
behaard,
maar
het
echte
slechte
nieuws
is...
Hij
is
helaas
anders
geaard...
Hij
grijpt
me
bij
de
keel,
dwingt
me
op
de
knieën
neer,
Hij
wil
duidelijk
tijd
besparen,
Wil
de
klus
onmiddellijk
klaren
en
rijgt
me
aan
z'n
speer
Een
kleine
tegenslag,
even
uit
de
bocht,
Maar
ook
al
heeft
de
beer
geschoten,
M'n
vel
is
in
geen
geval
verkocht...
Want
een
man
is
pas
een
man,
Als
z'n
vuisten
zijn
gebald,
als
hij
zich
laat
neuken...
Euh...
Als
hij
klaar
is
om
te
beuken,
beuken
op
de
muur
die
hem
omwalt...
Want
de
liefde
kent
z'n
prijs,
men
moet
lijden
da's
normaal,
Dus
laat
het
lot
maar
sneren,
Men
moet
blij
zijn
om
te
mogen
leren,
Niets
kan
mij
immers
deren,
hier
staat
een
man
van
staal...
De
spanning
hoopt
zich
op,
van
m'n
tenen
tot
m'n
haar,
Maar
geen
ezel
stoot
zich
2 keer,
Dus
behoedzaam
doch
schalks
zeg
ik
'wie
daar?'
Het
blijft
ijzingwekkend
stil,
angstzweet
maakt
m'n
handen
klam,
Maar
wie
schetst
er
mijn
verbazing,
Op
de
deurmat
verschijnt
een
telegram...
Klopt
daar
de
liefde
aan
de
poort?
De
ontroering
grijpt
me
aan,
in
haar
handschrift
staat
geschreven:
Vanavond
half
zeven,
Restaurant
'het
stille
leven',
bij
de
gloed
van
volle
maan...
'T
is
helaas
wat
zwaar
bewolkt,
maar
waarschijnlijk
volle
maan,
In
restaurant
'het
stille
leven'
is
m'n
faam
me
duidelijk
voorgegaan,
In
m'n
smoking
schrijd
ik
rond,
ik
vang
de
blik
van
elke
vrouw,
Tot
mijn
oog
valt
op
2 lippen,
En
die
lippen,
die
lippen
'ik
hou
van
jou'...
Indrukwekkend
zit
ze
daar,
ze
is
mooi
m'n
blonde
zwaan,
Ze
is
de
liefde
van
m'n
leven,
ze
zal
mijn
eenzaamheid
verslaan
Tête-à-tête
bij
candlelight,
wat
handjesvrijerij,
va
N
pure
liefde
ga
ik
zweten,
Of
staat
de
candle
misschien
iets
te
dichtbij...
Fluks
schuif
ik
hem
vooruit,
en
onmiddellijk
daalt
de
temperatuur,
Maar
alsof
de
duivel
er
mee
gemoeid
is,
Vatten
plotsklaps
haar
blonde
haren
vuur...
Ik
blus
de
vlammen
met
de
wijn,
Een
scherpe
brandlucht
die
ik
ruik,
Ze
rukt
bij
god
haar
haar
uit,
of
nee.
Het
is
een
pruik...
Ze
grijpt
me
bij
de
keel,
dwingt
me
op
de
knieën
neer,
De
smeerlap
had
z'n
snor
geschoren,
en
rijgt
me
aan
zijn
speer
Het
einde
van
dit
lied
hebben
wij
nog
niet
Attention! Feel free to leave feedback.