paroles de chanson De oudjes - Liesbeth List
De
oudjes
praten
niet
Of
hoogstens
af
en
toe
Met
stille
ogentaal
Zelfs
rijk
zijn
ze
toch
arm
En
zonder
toekomstbeeld:
Een
hart
voor
allemaal
Hun
huis
geurt:
witte
was
Lavendel,
koperpoets
En
't
werkwoord
van
weleer
Oud
zijn
in
Amsterdam
Is
oud
zijn
op
een
dorp:
Men
leeft
er
nauwelijks
meer
Eens
lachten
ze
te
veel
En
daarom
sleept
hun
stem
Als
't
over
'vroeger'
gaat
Eens
huilden
ze
te
veel
En
daarom
parelt
soms
Een
traan
langs
hun
gelaat
En
als
hun
hand
soms
beeft
Is
dat
dan
om
de
klok
Die
oud
wordt
op
de
schouw
Die
slingert:
kom
je
mee
Slingert
ja,
slingert
nee
Slingert:
ik
wacht
op
jou?
De
oudjes
dromen
niet:
Hun
boeken
ingedut
'T
Harmonium
op
slot
De
poes
is
ook
al
dood
Het
zondags
glaasje
port
Maakt
niet
meer
dol
of
zot
De
oudjes
zitten
stil
Gerimpeld
hun
gebaar
Hun
wereld
uitgezet:
Vanaf
het
bed
naar
't
raam
Van
't
bed
naar
de
fauteuil
En
van
het
bed
naar
bed
Ze
gaan
alleen
nog
uit
Voorzichtig
arm
in
arm
Gekleed
in
mijmerij
Voor
de
begrafenis
Van
wie
nog
ouder
was
Nog
lelijker
dan
zij
Een
uur
van
stille
rouw
Dan
is
daar
weer
de
klok
Die
voortklikt
op
de
schouw
Die
slingert:
kom
je
mee
Kom
je
ja,
kom
je
nee
Slingert:
ik
wacht
op
jou
De
oudjes
sterven
niet
Eens
vallen
ze
in
slaap
En
slapen
al
te
lang
Ze
klampen
zich
wel
vast
Maar
vallen
doen
ze
toch
Al
zijn
ze
vallensbang
Een
valt
de
ander
blijft:
Degeen
die
't
liefste
was
'T
Meest
of
het
minst
in
tel?
Het
doet
er
weinig
toe
Degeen
die
achterblijft
Is
't
eerste
in
de
hel
Soms
ziet
u
hem
wel
gaan
Soms
ziet
u
haar
wel
staan
Triest
in
een
regenstraat;
Al
schuif'lend
door
vandaag
Prevelend
een
zacht
excuus
Dat
het
niet
vlugger
gaat
U
ziet
ze
voor
u
uit
Wegvluchten
voor
de
klok
Die
voortklikt
op
de
schouw
Die
slingert:
kom
toch
mee
Kom
je
ja,
kom
je
nee
Slingert:
ik
wacht
op
jou
Die
slingert:
kom
toch
mee
Slingert
ja,
slingert
nee
Slingert
en
wacht
op
ons
Attention! N'hésitez pas à laisser des commentaires.