Текст песни Ik Ben Een Zomernacht - Liesbeth List
                                                Kijk, 
                                                bij 
                                                de 
                                                burgemeester
 
                                    
                                
                                                Is 
                                                receptie 
                                                vanavond
 
                                    
                                
                                                Veel 
                                                strijkages 
                                                en 
                                                franje
 
                                    
                                
                                                Alle 
                                                gasten 
                                                zich 
                                                lavend
 
                                    
                                
                                                Aan 
                                                de 
                                                lauwe 
                                                champagne
 
                                    
                                
                                                En 
                                                de 
                                                wijsheid 
                                                in 
                                                pacht
 
                                    
                                
                                                Van 
                                                de 
                                                likkers 
                                                om 
                                                baantjes
 
                                    
                                
                                                En 
                                                hun 
                                                nors, 
                                                zwak 
                                                geslacht
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                
                                                Achter 
                                                wijd 
                                                open 
                                                ramen
 
                                    
                                
                                                Rekken 
                                                eters 
                                                zich 
                                                traag
 
                                    
                                
                                                Hun 
                                                borden 
                                                weggeschoven
 
                                    
                                
                                                En 
                                                zuchtend 
                                                warm 
                                                vandaag
 
                                    
                                
                                                En 
                                                alle 
                                                mannen 
                                                boeren
 
                                    
                                
                                                Met 
                                                Oudgermaanse 
                                                kracht
 
                                    
                                
                                                En 
                                                uit 
                                                de 
                                                tafellakens
 
                                    
                                
                                                Sneeuwen 
                                                de 
                                                kruimels 
                                                zacht
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                
                                                Op 
                                                de 
                                                schemerterrassen
 
                                    
                                
                                                Waar 
                                                het 
                                                geurt 
                                                naar 
                                                de 
                                                aarde
 
                                    
                                
                                                Praten 
                                                mannen 
                                                vol 
                                                drank
 
                                    
                                
                                                Over 
                                                bijtvalse 
                                                paarden
 
                                    
                                
                                                En 
                                                stokoude 
                                                karkassen
 
                                    
                                
                                                De 
                                                bretels 
                                                staan 
                                                er 
                                                strak
 
                                    
                                
                                                Knappend 
                                                onder 
                                                de 
                                                vracht
 
                                    
                                
                                                Van 
                                                een 
                                                biervolle 
                                                buik
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                
                                                En 
                                                schommelende 
                                                vrijsters
 
                                    
                                
                                                Omhuld 
                                                door 
                                                etensluchten
 
                                    
                                
                                                Gaan 
                                                onderlangs 
                                                de 
                                                Maas
 
                                    
                                
                                                Hun 
                                                borsten 
                                                even 
                                                luchten
 
                                    
                                
                                                Geen 
                                                hete 
                                                mannenhand
 
                                    
                                
                                                Belaagt 
                                                hun 
                                                late 
                                                pracht
 
                                    
                                
                                                Boven 
                                                hun 
                                                kouseband
 
                                    
                                
                                                Puilt 
                                                het 
                                                vlees 
                                                zinloos 
                                                zacht
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                
                                                De 
                                                oudjes 
                                                op 
                                                het 
                                                plein
 
                                    
                                
                                                Herkauwen 
                                                hun 
                                                verleden
 
                                    
                                
                                                En 
                                                worden 
                                                zelf 
                                                weer 
                                                klein
 
                                    
                                
                                                Met 
                                                motterende 
                                                schreden
 
                                    
                                
                                                Hun 
                                                ene 
                                                voortand 
                                                lacht
 
                                    
                                
                                                Terwijl 
                                                de 
                                                jonge 
                                                meiden
 
                                    
                                
                                                Zonder 
                                                heinwee 
                                                of 
                                                klacht
 
                                    
                                
                                                Zich 
                                                van 
                                                hun 
                                                lente 
                                                scheiden
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                
                                                Het 
                                                warme 
                                                weer 
                                                regeert
 
                                    
                                
                                                Deelt 
                                                roezen 
                                                uit 
                                                en 
                                                lusten
 
                                    
                                
                                                De 
                                                hoogmis 
                                                van 
                                                augustus
 
                                    
                                
                                                Wordt 
                                                's 
                                                nachts 
                                                gecelebreerd
 
                                    
                                
                                                Het 
                                                stadje 
                                                pinkoogt 
                                                zwak
 
                                    
                                
                                                'T 
                                                Verwijt 
                                                het 
                                                voorgeslacht
 
                                    
                                
                                                Dat 
                                                het 
                                                geen 
                                                haven 
                                                werd
 
                                    
                                
                                                Een 
                                                nutteloze 
                                                klacht
 
                                    
                                
                                                Ik 
                                                ben 
                                                een 
                                                zomernacht
 
                                    
                                Внимание! Не стесняйтесь оставлять отзывы.