paroles de chanson Baby Miko - Faberyayo

Zwart als de nacht, vacht zo zacht, groene ogen
Verschrikkelijk lief, verschrikkelijk stout, het moet mogen
Dromen in de zon, in het raamkozijn,
Zacht, zachtjes huilen in de maneschijn
Ze hoeft alleen maar brokjes en wat water erbij
En knippert ze met haar ogen, dan praat ze met mij
Kleine homo, kleine homo
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
′S ochtends steken, onder de deken, bijten en krabben
Verschrikkelijk lief, verschrikkelijk stout, dat is het fijne van je
Als je 's ochtends aan m′n tenen kauwt
Betekent dat dat je eten wil en geef ik het gauw
Ookal kom je niet veel verder dan die ene miauw
Je hebt twee mensjes die heel veel van je houden
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko

Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Dromen in de zon in het raamkozijn
Zacht, zachtjes huilen in de maneschijn
Ze hoeft alleen maar brokjes en wat water erbij
En knippert ze met haar ogen dan praat ze met mij
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Als je 's ochtends aan m'n tenen kauwt
Betekent dat dat je eten wil en geef ik het gauw
Want ook al kom je niet veel verder dan die ene ′miauw′
Je hebt twee mensjes die heel veel van je houden
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko
Baby miko, baby miko