paroles de chanson Rotterdam - Frederique Spigt
Huizen
hoog,
een
grijze
mast
Het
wakend
oog
op
ons
gericht
Zo
schoon,
't
beeld
van
deze
stad
Alsof
zij
van
binnenuit
wordt
verlicht
Een
zwaan
die
rust,
't
wiegen
nimmer
staakt
Daar
de
god
der
zee
bij
haar
zijn
roes
uitslaapt
Rotterdam,
gestolen
schat
Rotterdam,
stad
zonder
hart
Rotterdam,
gestolen
stad
De
bliksem
splijt
de
grauwe
lucht
Met
weergaloze
kracht
Donder,
traag
gebulder
Dreunt
dreigend
door
de
nacht
Zij
die
nog
leven,
opnieuw
bevreesd
Zij
die
weten
hoe
de
oorlog
is
geweest
Rotterdam,
gestolen
schat
Rotterdam,
stad
zonder
hart
Rotterdam,
gestolen
stad
Hoge
hakken,
natte
klinkers
Korte
rokken,
lippen
rood
Verbergen
haar
verwoest
gezicht
Op
de
markt
van
de
dood
Hij
kruipt,
hij
krimpt
Zij
kreunt,
ze
lacht
Om
de
roes
die
elders
op
haar
wacht
De
rivier
doorklieft
de
oude
stad
Net
als
dromend,
rustend
goud
Steen,
staal,
vuur
en
glans
Het
nieuwe
hart
dat
zich
ontvouwt
Elke
zeeman,
of
hij
die
gaat
Kent
een
liefde
voor
de
stad
Die
zich
niet
beschrijven
laat
Rotterdam,
gestolen
schat
Rotterdam,
stad
zonder
hart
Rotterdam,
gestolen
stad
Rotterdam
Attention! N'hésitez pas à laisser des commentaires.