paroles de chanson Dagboek Van Een Smiecht - Jan Smit
De
meisjes
aan
de
kade
Trekken
me
niet
meer
Ze
zuchten
en
ze
hijgen
Vijfenzeventig
mijnheer
En
ik
sta
in
de
kou
En
ik
wil
bij
jou
Zou
je
me
al
m'n
zonden
willen,
kunnen
vergeven?
En
ik
heb
de
helft
nog
niet,
niet
eens
opgebiecht
Op
m'n
voorhoofd
staat
het
geschreven
In
m'n
ogen
valt
het
te
lezen
Oh
m'n
lief,
dagboek
van
een
smiecht
Het
dagboek
van
een
smiecht
Je
weet
niet
wanneer
hij
liegt
Konkelt
of
bedriegt
Maar
tegen
jou
heb
ik
nooit
echt
gelogen
Als
ze
me
aankijkt
met
die
blik
En
die
ogen
vol
met
dromen
Schiet
ik
een
klein
stil
gebed
En
denk
ik
Jezus
samen
dromen
En
ik
sta
in
de
kou
Waar
ben
je
nou?
Zou
je
me
al
m'n
zonden
willen,
kunnen
vergeven?
En
ik
heb
het
allemaal
nooit,
never,
nooit
opgebiecht
Maar
't
staat
op
m'n
voorhoofd
te
lezen
In
m'n
ogen
staat
het
geschreven
Oh
m'n
lief,
dagboek
van
een
smiecht
Het
dagboek
van
een
smiecht
Je
weet
niet
wanneer
hij
liegt
Konkelt
of
bedriegt
Maar
tegen
jou
heb
ik
nooit
echt
gelogen
De
meisjes
aan
de
kade
Trekken
me
niet
meer
Ze
zuchten
en
ze
hijgen
Vijfenzeventig
mijnheer
En
ik
sta
in
de
kou
En
ik
wil
bij
jou
Zou
je
me
al
m'n
zonden
willen,
kunnen
vergeven?
En
ik
heb
het
allemaal
nooit,
never,
nooit
opgebiecht
Maar
't
staat
op
m'n
voorhoofd
te
lezen
In
m'n
ogen
staat
het
geschreven
Oh
m'n
lief,
dagboek
van
een
smiecht
M'n
lief,
dagboek
van
een
smiecht
Oh
m'n
lief,
dagboek
van
een
smiecht
Attention! N'hésitez pas à laisser des commentaires.